Groeten uit Bikaner - Rajasthan
Door: Stefan
Blijf op de hoogte en volg Stefan Ruben
23 April 2005 | India, Bikāner
De laatste keer dat ik jullie een mail stuurde zat ik in Jodhpur, the blue city. De meeste huizen zijn blauw, dit was oorspronkelijk alleen bij de huizen van de Brahmins. In India bestaat het kasten-stelsel, de hoogste kaste is die van de Brahmins, oorspronkelijk de priesters. Verder zijn er nog 3 andere kasten en dan een grote groep outcasts, oftewel kastelozen. Die laatste groep omvat o.a. de bedelaars.
Dat blauw is nu toegestaan bij elk huis, dus bijna de hele oude stad ziet blauw. Het blauw heeft nog meer functies, het werkt verkoelend en het houdt de muggen op een veilige afstand. Jodhpur is verder bekend vanwege het Meherangarh fort waar de maharaja nog steeds woont. Ik doe een audio-tour en krijg een soort walkman mee en kan zo door het fort lopen. Dit houdt ook de meeste nieuwsgierigen (locals) op een afstand. Het fort is prachtig en er zit ook een museum in het complex. De slaapkamer van de maharaja is de mooiste kamer, met veel glas in lood en zitjes bij de ramen met uitzicht. De suppoost die hier werkt vraagt of ik soms iets nodig heb. Als ik terugkom laat hij me opium zien dat hij me wil verkopen. Nee, geen interesse. Opium heeft een lange traditie in India, het werd vroeger gebruikt in het leger. Als je gewond was als soldaat nam je wat opium (pijnstillend) en dan kon je er weer tegenaan. Opium wordt nog wel gebruikt bij speciale gelegenheden, bij bruiloften of bij rouw.
Vanaf Jodhpur reis ik naar Jaisalmer, dit ligt in de Thar Dessert. Jaisalmer heeft ook weer een fort en andere beziens-waardigheden, maar waar de meesten voor komen is de camel safari. Camelsafari is big business hier, in de bus wordt me al door 2 verschillende mensen zo'n safari aangeboden. Ik heb in Jodhpur al een reserving gemaakt voor een guesthouse in Jaisalmer en daar wil ik misschien ook mijn safari boeken. Personeel van het guesthouse staat al klaar om me naar hun plek te brengen. De bus had vertraging, dus 2 man stond een uur langer op mij te wachten.
In de folder van dit guesthouse stond dat je zelf mocht weten waar je de safari ging boeken. Andere hotels hebben wel eens de neiging om iemand die geen safari boekt uit het hotel te gooien. Ik hoopte een eerlijk hotel gevonden te hebben. Maar na het inchecken krijg ik meteen foto's van de camelsafari te zien. Hij vertelt dat er morgen een 2-daagse tour van start gaat, er zijn al 2 gegadigden: een meisje uit Korea en een meisje uit Nieuw-Zeeland. Dit klinkt als een aantrekkelijk aanbod. Hij vertelt me dat ik een half uur bedenktijd heb, dan kan hij het doorgeven en dan wordt er voor mij extra eten ingekocht. Ik besluit de tour te boeken.
Die avond lees ik via de e-mail dat Josie ook in Jaisalmer is. Josie komt uit de UK en ik heb haar en haar vriendin ontmoet in Udaipur. Die avond eet ik met haar en vrienden van haar camelsafari. Ze vertellen over hun safari. Het was goed, maar ze hebben allemaal spierpijn na 2 dagen.
De volgende ochtend blijkt de planning anders dan de werkelijkheid. Ik ga op camelsafari met een jongen uit China, Soe. Hij spreekt goed Engels, want hij woont in Montreal (Canada). De 3e persoon kon niet komen, die had maagproblemen. We rijden eerst met de Jeep ruim een uur uit Jaisalmer. Onderweg bezoeken we nog 2 tempels. Vanaf 9:30 's ochtends stappen we op de kamelen. Soe en ik hebben allebei een eigen kameel. De cameldrivers Ali (12 jaar) en zijn vader gebruiken dezelfde kameel. Dit deel van de woestijn is nog vrij groen, bomen en struiken en om de paar kilometer een klein dorp met 100 huizen.
Tegen 12 nemen we een grote pauze in de schaduw van een grote boom. Er wordt lunch bereidt en chai gemaakt. Het eten is heel redelijk, zeker voor midden in de woestijn. Brandstof is een kampvuurtje van wat bij elkaar gesprokkelde takken. Soe tikt me op een gegeven moment aan, hij wijst naar iemand die fietst in de woestijn. Hij blijkt voor ons te komen, of we misschien 'cold soft drinks' willen. We nemen allebei een redelijk koude pepsi cola. Na de lunch wordt de afwas gedaan. Over de hygiëne hoeven we ons geen zorgen te maken, de afwas wordt namelijk gedaan met woestijnzand!
Als we 4 uur later weer op de kameel stappen beginnen de eerste tekenen van zadelpijn/spierpijn zich al te vertonen. Het leuke van de tour is dat je zelf je kameel mag 'besturen'. Dus de commando's zitten/opstaan/stop/links/rechts mag je zelf doorgeven. De kameel weet eigenlijk zelf de weg al, dus veel valt er niet te dirigeren. Af en toe gaan we versnellen, de kameel gaat dan bij rechte stukken in gallop. Soe houdt niet van galloperen, het maakt de tocht alleen maar pijnlijker. Tegen 6 komen we aan bij een deel met veel zandduinen. Voor vannacht is dit onze slaapplaats. We kunnen nu een bestelling doorgeven, alles is mogelijk, bier/softdrinks/opium. We houden het bij softdrinks en bier. Soe en ik verkennen de zandduinen. Des te verder we komen, des te mooier, de zandduinen hebben geen voetsporen en alleen welvingen van de wind. Na de sunset is het tijd voor avondeten.
Als het donker wordt valt het aantal sterren me een beetje tegen. Het is bijna volle maan dus er zijn weinig sterren te zien. Er zijn bedjes aanwezig, maar Soe en ik geven de voorkeur om op een deken op de top van een zandduin te slapen. Hier hebben we ook geen last van een soort vliegende kevers die steken.
Ik heb de wekker om 5:30 gezet om zonsopkomst mee te kunnen maken. Doordat het wat bewolkt is valt dat tegen. Na het ontbijt gaan we weer verder op de kameel. We nemen vandaag veel pauzes en gaan af en toe zijdelings op de kameel zitten (dat laatste is comfortabeler). Dit deel van de woestijn is een stuk droger. Bijna geen groen, alleen wat lage struiken en kilometers met niks, alleen zand afgewisseld met rode aarde. Het doet mij denken aan de outback van Australië.
We nemen weer een lange pauze met lunch. Ondanks dat we een schaduwplaats hebben is het hier heet. De wind is sterk en de hitte voelt dan aan als een oven, 41 graden meet ik op het warmst van de dag in de schaduw. Ali vertelt dat hij en zijn vader allebei 1000 rupees (17,50 euro) per maand verdienen. Ik weet niet of ik dat moet geloven, volgens de Lonely Planet is het minimumloon 40 rupees per dag (70 euro-cent). We geven ze na afloop een dikke fooi, want ze deden het leuk.
De volgende dag reis ik naar Bikaner. Dit ligt in het noorden van Rajasthan. Onderweg moet een klein jongentje naar de WC. De chauffeur vindt het goed als hij met hulp van zijn vader in een hoekje van de bus plast. Ik slaap in Bikaner in het schoonste hotel wat ik tot nu toe heb gezien, echt wit beddengoed en er zijn zelfs handdoeken (ook wit). De kamer heeft een zitje (2e matras) die grenst aan het raam. Het hotel is gevestigd in een 'haveli', een oorspronkelijk huis in Rajasthan.
De volgende dag bezoek ik het fort en de bazaar (winkelwijk in oude stadskern) van Bikaner. Aan het einde van de middag reis ik naar Deshnok. Hier is de Karni Mata tempel, oftwel de rat-tempel. Onderweg raken we in een zandstorm terecht. Het zicht is verminderd tot een paar centimeter, dus de chauffeur zet wijs de bus stil. Even later gaat het ook nog regenen, mijn eerste regenbui in 3 maanden. De bus heeft geen functionerende ruiten-wissers of de chauffeur weet niet hoe ze te gebruiken.
De rat-tempel is de meest bijzondere tempel die ik ooit gezien heb. Ook hier moet je net als in alle andere tempels de schoenen bij de ingang achterlaten. De ratten zijn volgens een hindoe-legende heilig verklaard. Ze zijn hier dan ook met zijn duizenden aanwezig. De grond wordt gekust en de beesten worden gevoerd. Ook staan er grote schalen met eten in de tempel, waar ze dan met tientallen tegelijk van lopen te smullen. Als ik een extra rondje maak door de tempel lopen er een paar ratten over mijn (blote) voeten!
Ik maak een praatje met een paar Indiërs, de meesten hebben totaal geen afkeer/vrees voor deze heilige beesten. 1 van hen tilt een rat op aan zijn staart om dat aan te tonen. Ze laten me in een ander deel van de tempel een witte rat zien. Als je deze zeldzame rat ziet brengt dat geluk.
Het is vandaag alweer bewolkt en er valt hier en daar een kleine regenbui. Prettig zo'n bui na zoveel droge dagen. Vanavond neem ik de nachtbus naar Amritsar, dat ligt in de provincie Punjab. Het ligt vlakbij de Himalaya en vlakbij de grens met Pakistan (30 km).
Ik merk goed dat Rajasthan anders is dan andere provincies in India. Het lijkt of de tradities hier meer in het oog vallen dan elders. Er wordt hier meer muziek gemaakt (straat en in restaurants) en de mensen gaan hier traditioneler gekleed. Mannen hebben allemaal een flinke snor, sommige oorbellen. Daarnaast bijna allemaal een tulband, de kleur ervan geeft meestal de kaste aan. Verder bij de mannen typische puntschoenen en de kleding (overhemd/broek) is over het algemeen wit. Vrouwen zijn ook sierlijker gekleed hier; meer sieraden, oorbellen en tientallen armbanden om hun bovenarmen. Meestal wordt op straat het hoofd afgedekt met een soort (doorzichtige) sluier. Ook wordt hier veel henna op handen/voeten gebruikt.
Groeten van Stefan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley