Nog steeds in Kathmandu
Door: Stefan
Blijf op de hoogte en volg Stefan Ruben
03 September 2005 | Nepal, Kathmandu
Op zich is er niet veel nieuws onder de zon. Het goede nieuws is dat ik verlost ben van mijn gips. Het minder goede nieuws is dat ik momenteel niet meer dan 2 kg mag tillen met mijn rechterhand. Daarnaast is het momenteel niet mogelijk om een permit te krijgen om Tibet in te kunnen. En Tibet is mijn volgende reisbestemming. Vanaf 10 september kan ik weer een permit aanvragen, dit duurt ongeveer een week. De reden is onduidelijk, maar het schijnt te maken te hebben met het feit dat het nu 50 jaar geleden is dat de chinese regering tibet annexeerde (overnam). Dus dit wordt groots gevierd door de chinezen, het schijnt dat de president ook even een kijkje komt nemen.
Het is niet zo erg dat ik langer in Kathmandu moet blijven, voorlopig doe ik nog tot half september de chinese taalcursus. Ik heb een aantal lessen gemist want had wat problemen met maag-darmklachten. Na 5 dagen diaree ging ik toch maar naar een kliniek en kreeg antibiotica mee. Ik vroeg de dokter of het normaal was dat ik met regelmaat dit soort klachten kreeg. Hij vertelde me dat foreigners gemiddeld 1 x per maand dit soort klachten krijgen in landen als India, Nepal. Dan valt het met mij nog mee. De antibiotica slaat goed aan, maar de eerste week heb ik voor de zekerheid alleen maar in dure restaurants gegeten. Duur is relatief natuurlijk. Dal Bhat (klassieke nepali maaltijd) kost in een duur restaurant 250 rupees terwijl je 55 in een local tentje kwijt bent. Het is het verschil tussen 70 eurocent en 3 euro.
Daarnaast voel ik me meer thuis in een klein local restaurant. Dure restaurants hebben obers die goed engels spreken, maar die ook overdreven goed hun best doen om aardig over te komen. En ze verwachten eerder een fooi van westerlingen. En dat laatste daar ben ik mee gestopt, het geven van fooien in restaurants. In het begin van mijn reis gaf ik altijd een kleine fooi. Totdat het me tot twee keer gebeurde dat een ober een opmerking maakte over het feit dat hij te weinig fooi van me kreeg (ik gaf 3 rupees fooi op een rekening van 42 rupees). Naar mijn idee moest hij blij zijn want lang niet alle toeristen geven een fooi, iets is beter dan niets dacht ik. Nu geef ik mijn geld liever aan bedelaars. Ik geef sinds de meditatie-cursus opvallend vaker aan bedelaars. Maar het blijft lastig, wie geef ik wel, wie niet. Ik geef alleen de mensen die naar mijn idee niet in staat zijn te werken in Nepal. Dus de zieke, oude mensen of mensen die wat ledematen missen. Soms geef ik ze wat geld, andere keren wat eten. Nu is dit geen structurele oplossing voor het probleem, maar je moet wat.
Via de meditatiecursus heb ik een Nepali restauranthouder leren kennnen. Op een avond ga ik in zijn pizzeria eten. Hij en een vriend uit India komen aan mijn tafel zitten. We praten ook over het onderwerp bedelaars. Hij kent er een van een jaar of 60 die geen benen heeft en in een soort zeepkist in Tamel (toeristengebied) rondrijdt. Hij beweegt zich voort door zich met zijn handen af te zetten op de grond. Hij vertelt me dat deze man ooit een keer een nieuwe rolstoel kreeg van een westerse toerist. Maar met de rolstoel haalde hij veel minder geld op, dus rolstoel werd verkocht en hij ging weer vrolijk verder in zijn vertrouwde zeepkist. Deze man schijnt een kast van een huis te hebben. Dat bedelen is een vak waarmee je goed geld kan verdienen.
Daarnaast praten we over de meditatie en of het ons leven veranderd heeft. We proberen allebei meer open te staan voor de mening van anderen en minder alleen naar onszelf te kijken. Hij doet de meditatie nog, elke morgen een half uur. Het lukte me tot voor kort elke dag 2 uur, maar door die darmmaagklachten was ik even gestopt. Ik probeer het nu weer langzaam op te pakken en doe het nu elke dag minstens een half uur. Even na 10 pm is het restaurant dicht voor gasten. We zitten er nog, ja als je de eigenaar bent dan bepaal je zelf wel wanneer je het restaurant verlaat. Het was een interessante avond en de mannen spreken beiden goed verstaanbaar Engels.
Verder ben ik van guesthouse veranderd. Ik blijf toch nog een tijdje in Kathmandu. Ik verbleef in een redelijk luxe hotel. Een grote kamer met 2 bedden en een ruime badkamer. Ik betaalde er 240 nepali rupees (2,70 euro). Ik heb daarvoor mijn uiterste best gedaan om die prijs te krijgen, met afdingen dus. Een canadees meisje wat een soortgelijke kamer als mij heeft betaalt namelijk 550 rupees. Ze heeft niet geprobeerd af te dingen. Mijn nieuwe guesthouse is 80 rupees, 90 eurocent en heeft een klein kamertje. De toilet en douche zijn op de gang. Maar het hotel is minder rumoerig dan het vorige en de warme douche is altijd warm. In het vorige hotel werd het water opgewarmd door middel van zonnepannelen. 's Avonds laat een douche pakken was er niet bij. In het vorige hotel zaten veel Nederlanders, zo'n 8. Het waren vrijwilligers die engelse les gaven of locals hielpen met het maken van souveniers. Met sommige kon ik het best goed vinden, maar toch blijft het anders. Alles was voor deze Nederlanders geregeld, terwijl ik zelf alles moet regelen. We hebben dus allebei een heel ander idee van reizen in Nepal.
Het klimaat is ideaal in Kathmandu. Minimumtemperatuur is 20, maximum is 30. Het is nog steeds monsoon-tijd, dus vrijwel elke dag een flinke bui. Maar zolang je altijd een paraplu meeneemt is er niks aan de hand.
Verder trek ik nog af en toe op met Reecha, het meisje wat ik in het ziekenhuis heb ontmoet. We zijn afgelopen donderdag naar de bioscoopt geweest. De keuze viel op een bollywood-movie, uit India dus. De film was in Hindi en had geen ondertiteling, dus Reecha vertaalde soms het een en ander voor me.
Het is interessant om met een local op te trekken en op die manier meer over Nepal en haar cultuur te leren. De vrouwen hebben een betere positie in Nepal dan die in India. In India mochten vrouwen niets, zelfs niet alleen over straat lopen. In Nepal zie je vrouwen die hun eigen winkel runnen, vrouwen die alleen over straat lopen, ze hebben hier zelfs vrouwen die riksja's besturen. En vrouwen mogen hier met andere mannen dan hun eigen man praten.
Ondanks dat ik al 5 weken in Kathmandu ben wordt ik in Tamel nog dagelijks gevraagd of ik niet iets wil. Ritje met de riskja, trekking, rafting, souveniers, drugs, voedsel, etc. Meestal gaat de schakelaar op de 'negeer-stand' wanneer ik mijn hotel verlaat. Wanneer ik uit Tamel ben, ben ik verlost van deze lui.
In de krant hier lees ik dat er bijna dagelijks opstootjes zijn tussen studenten en politie. Dit gaat dan gepaard met traangas en zelfs kogels. Er vallen zo dagelijks gewonden. De studenten zijn het met veel zaken niet eens, maar met name schoppen ze tegen het beleid van de koning. Er zitten verschillende studentenleiders in de gevangenis hierdoor. Gelukkig heb ik niets van deze opstootjes gezien. Verder blijft het rommelen met de maoisten hier, ze ontvoeren locals en steken industrieen in de brand. Verder heeft de regering alleen goedkeuring gegeven aan de positie van koning als hij afstand kan doen van zijn macht. Mij benieuwen wat er binnenkort gaat gebeuren.
Groeten van Stefan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley