Annapurna circuit deel 1 - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Stefan Ruben Bak - WaarBenJij.nu Annapurna circuit deel 1 - Reisverslag uit Pokhara, Nepal van Stefan Ruben Bak - WaarBenJij.nu

Annapurna circuit deel 1

Door: Stefan

Blijf op de hoogte en volg Stefan Ruben

13 Juli 2005 | Nepal, Pokhara

Namaste (oftewel goedendag in het Nepali),

Het Nepali lijkt veel op het hindi qua uitspraak en schrift, een aantal telwoorden en bv. namaste zijn zelfs hetzelfde.

Gisteren ben ik teruggekomen in Pokhara. Ik zal vertellen wat ik de afgelopen 3 weken heb meegemaakt. Internet was op een paar plaatsen wel mogelijk tijdens de trek, maar ongelofelijk duur! Het kon oplopen tot 3,50
euro voor maar tien minuten. Ook bellen was duur, zo'n 10X zo duur als in de stad.

Naarmate we verder van de grote stad kwamen werd het voedsel duurder en de hoeveelheid fruit en verse groente schaarser. Het voedsel wat overbleef werd exponentieel duurder. Een voorbeeld: In Pokhara is 1 liter mineraal water 20-25 Nepali rupees (1 euro = 86 nepali rupees). In Thorung Phedi (plaats in het midden van de trekking) is 1 liter 120 rupees. Het favoriete gerecht van
de Nepali: Dal Bhat (rijst, linzensoep en wat groenten). Dit is in Pokhara te krijgen vanaf 80 rupees, in Thorung Phedi was dat zo'n 300 rupees. De prijs voor eten is te begrijpen want hoog in de bergen groeit nauwelijks iets, dus het moet allemaal aangevoerd worden per vliegtuig (duur) naar de 2 kleine vliegveldjes onderweg. Of het wordt aangevoerd per muilezels of
porters (Nepali die de bagage meesjouwen).

Die laatste 2 groepen kom je onderweg onophoudelijk tegen. De muilezels met
bepakking richting het afgelegen dorp en leeg weer terug. Een groep van zo'n
5-30 ezels met een paar herders. De muilezels letten niet op trekkers, als
je niet goed oplet belandt je zo in het ravijn. Een tip die ik van tevoren
kreeg was de berg- en niet de afgrondzijde te kiezen bij een passage met muilezels, een waardevolle tip. Porters kom je onderweg ook veel tegen. Soms met een enorme kooi op hun rug, met wel 25 kippen erin, of soms tot 50 kg bagage op hun rug. Je ziet ze dan lopen op teenslippers en met wat steun van een bamboestok in 1 van hun handen. We zagen zelfs een porter met een
gehandicapt (volwassen) familielid (in een zitje) op zijn rug.

Het weer was redelijk, de eerste paar dagen hebben we veel buien gehad. Maar alleen regen of motregen, geen stortbuien. Hoog in de bergen werd het zicht beter, met name net na zonsopgang. Ook al werden de bergtoppen meestal verduisterd door een wolkendek. Het grote voordeel van deze tocht was dat ik tijdens deze tocht van 22 dagen niet meer dan 25 foreigners heb gezien.

Hier een soort logboek van de tocht:
Dag 1: De startplaats voor de trekking die zo'n 2-3 weken duurt is Besi Sahar (ligt 820 meter boven zeeniveau). Gisteren ben ik hier al aangekomen, ik probeerde te bellen maar dat viel niet mee. Er was maar 1 telefoon in het dorp beschikbaar, Maoisten hadden een aantal jaar geleden de
communicatietoren gebombardeerd. Er is geen nieuwe voor in de plaats gekomen, gevolg is dat er maar 1 telefoonlijn mogelijk is, met behulp van een satelliet. De eigenaar van het guesthouse had gezegd me te kunnen
helpen. Dan hoefde ik niet te wachten op de telefoon maar kon ik voor in de rij aanschuiven. Ik zag niet in waarom ik belangrijker was dan de locals die
wilden bellen. Dan maar in de rij tussen al die vrouwen met kleine kinderen. Die bellen zeker hun echtgenoten aan het front? Uiteindelijk ben ik na bijna anderhalf uur wachten aan de beurt. Na afloop durf ik een 2e telefoongesprek eigenlijk niet aan met zoveel wachtenden achter me.

Ik heb met Jean-Maurice (JM) afgesproken net na lunchtijd in Besi Sahar. JM is de canadees die ik via een trekkingsite op internet heb gevonden. Van tevoren was me gezegd dat er internet was, maar dat bleek niet zo te zijn. Dan maar de hele dag uitkijken naar een camadese foreigner. Gelukkig was ik gisteren de enige foreigner in dit plaatsje, de 2 anderen die ik zag
begonnen meteen aan de trekking. Rond 2 uur 's middags komen zo'n 5 foreigners het restaurant binnen waar ik zit. Het zijn 3 Z-Koreanen met hun Nepali gids Mani. Mani is zowel gids als porter, hij draagt dus de bagage van 4 mensen (35 kg) in zijn enorme backpack. De andere 2 foreigners zijn
Enrique en Antonia (E+A), een stel uit Madrid.

Een half uur later komt de restauranthouder naar me toe, ik heb hem verteld uit te kijken naar een canadese jongen. JM loopt met hem mee, hij is een 21-jarige student farmacie. We kunnen het eigenlijk vanaf het begin goed met elkaar vinden. Wat de andere foreigners grappig vinden is dat JM en ik bijna even lang zijn, 2 reuzen t.o.v. de Nepali's. Na de lunch vertrekken we
allen. E+A gaan met de bus naar de laatst bereikbare plaats per openbaar vervoer, Khudi. De rest gaat lopen, de koreanen met Mani voorop. JM en ik kopen de laatste levensmiddelen tegen een betaalbare prijs en gaan ook van start. We volgen een rivier en het eerste deel voert langs rijstvelden met een superfelle groene kleur. De kleur is bijna radio-actief groen. Verder
allerlei kleine dorpjes op een paar honderd meter afstand van elkaar. We bereiken Bhulbhule (840 m.) na 3 uur en kiezen we hetzelfde guesthouse als E+A. JM heeft een waterfilter bij zich waarin zich 3 verschillende filters bevinden. Een kostbaar bezit wanneer het drinkwater steeds duurder wordt. Het kost wel wat tijd om het water te filteren (met behulp van een pomp). Voor het eten lopen JM en ik wat rond, we komen langs een huis dat versierd
is voor een trouwerij voor de volgende dag. 's Avonds eten we met zijn vieren Dal Bhat, we zijn de enige gasten in het guesthouse. We kiezen bewust voor hetzelfde want het is dan makkelijker te bereiden voor de kok. Toch moeten we ruim een uur wachten op het eten. Het voordeel van Dal Bhat is dat je eten in de meeste plaatsen onbeperkt aangevuld wordt. Maar dat JM en ik zoveel kunnen eten, daar is deze Nepali kok ook niet op ingesteld. Er is niet meer. De bevolking die in deze streek woont heet Gurung trouwens.

Dag 2: Bhulbhule (840) - Ghermu Phant (1080), 5,5 uur trek.
's Ochtends staan we al om 5 uur op maar het is slecht weer. We hebben alle 4 slecht geslapen, het geluid van de rivier en van de regen de hele nacht door op het schuine dak was teveel lawaai. Uiteindelijk wachten we dat het droog wordt en nemen een ontbijt intussen. We vertrekken rond 8 uur. Door de
motregen en de laaghangende wolken heerst er een mysterieuze sfeer. Onderweg moeten we een aantal keer de river oversteken. Dit gaat meestal per swingbridge, een hangbrug van metaal met tot op heuphoogte aan weerskanten bescherming. Antonia vindt die bruggen eng, ze houdt Enrique vast tijdens
het oversteken. Onderweg vinden we een rockpool vlak na een waterval. Het is
zonnig, dus JM, E en ik gaan erin zwemmen.

Aan het einde van de middag komen we aan in Ghermu Phant, hier nemen we hetzelfde geusthouse als de Koreanen. Mani, JM, 1 van de Koreanen en ik gaan naar een grote waterval in het volgende dorp Syange. De waterval eindigt hier in een meertje, het is koud maar hierin gaan we ook zwemmen. De route ernaar toe voert door wat gras en lage struiken. Na het zwemmen ontdek ik
dat ik vrienden heb gemaakt zonder dat ik het weet, voelen doe ik ze namelijk niet. Ik tel 4 bloedzuigers op mijn handen en voeten. Ik vraag gids Mani voor advies en die haalt ze onmiddelijk eraf. De wonden die de beestjes achterlaten blijven nog ruim 1 uur doorbloeden. Bloedzuigers laten een soort bloed-antistollingsmiddel in de wond achter, dit zorgt voor het nabloeden.
Mani heeft hier ook weer een tip voor. Een klein velletje toiletpapier op de wond en het stopt met bloeden. 's Avonds ontdekt JM ook 2 bloedzuigers. Antonia is jarig, 's middags had ze van JM en ik een appel-taartje met kaarsen gehad. 's Avonds drinken we Chyangg, een soort melkachtige likeur die in deze streek wordt gedronken.

Dag 3: Ghermu Phant (1080) - Tal (1700): 4,5 uur trek. Het weer is vandaag matig, veel regen en daardoor veel bloedzuigers. Ze liggen in de modder, maar kunnen via je schoenen en sokken omhoog klimmen. Enrique heeft er op die manier 1 gekregen, we branden deze hardnekkige bloedzuiger weg met een lucifer. Onderweg komen we langs een subtropisch landschap met veel groen,
verder rijstvelden en velden met mais. Vlak voor Tal heeft de rivier een groot verval. Dit terwijl Tal in een vallei ligt en de rivier hier langzaam stroomt. Bij Tal slapen we in een groot guesthouse dat wordt gerund door een ouder stel. Ze zijn supergastvrij, omdat het laagseizoen is betalen we 50 i.p.v. 120 rupees voor de kamer. Het eten is goed en dit keer echt
onbeperkt. 's Avonds drinken we na het eten Raksi, een soort kleurloze rijstwijn.

Dag 4: Tal (1700) - Latamarang (2440): 5,5 uur. De bevolking was Gurung en
is nu meer Tibetaans, we komen steeds dichterbij de grens met China. In
Latamarang komen we bij het eerste guesthouse maar de plafonds zijn hier
laag en de comfort is minimaal. We besluiten eerst verder te kijken maar er
blijkt niets open te zijn omdat het laagseizoen is. We keren weer terug bij
het eerste guesthouse. De eigenaresse is niet echt blij dat we haar niet in
eerste instantie kozen. De vegetatie is veranderd van subtropisch regenwoud
in loofbossen.

Dag 5: Latamarang (2440) - Chame (2710) = 1,5 uur. Als we vertrekken zien we 3 langurs zitten op de rotsen. Dit zijn grijskleurige apen met zwarte gezichten en een grijse baard. Ze hebben iets weg van gibbons. Onderweg komen we een aantal landslides (aardverschuivingen) tegen. De kliffen zijn te steil of is er te weinig vegetatie om de grond vast te houden of
misschien het gevolg van de moessonregens. Vlak voor Chame komen we bij de
eerste controlepost. Je hebt een permit (toegangsbewijs) nodig om deze trek
te doen, deze konden we aanvragen in 1 van de 2 grootste plaatsen van Nepal.
We praten wat met de eigenaar van deze post en vergelijken tabellen met het aantal foreigners die deze trek doet. Tot 2001 nam het aantal toe, vanaf 2001 (drama in het koningshuis) nam het drastisch af en sindsdien bleef het matig. In de maand juni zijn de minste bezoekers, meesten zijn in de maand oktober. De moesson is dan afgelopen, het zicht is goed, de temperatuur is niet te koud en er ligt nog geen sneeuw op de passen. Maar wel 200-300 mensen die per dag starten met als gevolg dat soms mensen in het restaurant moeten slapen. In Chame overnachten we, de
volgende interessante stop is te ver weg om vandaag nog te doen.

Dag 6: Chame (2710) - Pisang (3290): 5 uur. De vegetatie wordt schaarser en
veranderd nu in naaldbossen. Als we bij Pisang aankomen voelen JM en ik ons
allebei een beetje misselijk. Waarschijnlijk in lichte mate last van
hoogteziekte, wat kan beginnen vanaf 3000 m. De overbrugging naar 3290 is niet teveel, want er mag niet meer dan 500 m tussen de opeenvolgende slaapplaatsen zitten. Aan de andere kant worden de hygienische omstandigheden misschien dieper in de bergen steeds minder. Ook Antonia
voelt zich niet fit, ze slaapt slecht die nacht.

Dag 7: Pisang (3290) - Manang (3570): 4 uur. JM en ik voelen ons weer goed,
Antonia voelt zich matig. Gelukkig is de wandeling niet te zwaar vandaag,
het is grotendeels vlak. Bij Manang slapen we in een luxe guesthouse met een warme douche en luxe matrassen. 's Avonds eten we een soort rijstsoep met stukjes yak-vlees en aardappel. Yak is een rund wat veel weg heeft van een bison, het weegt tot 350 kg en komt alleen voor boven de 3000 meter. Onder de 3000 meter kan het niet overleven.

Dag 8: Acclimatisatiedag. We houden vandaag een rustdag. Het is goed om op deze hoogte te blijven want als we nu te snel stijgen (met betrekking tot slaapplaats) krijgen we zeker last van hoogteziekte. JM en ik doen een wandeling naar een uitzichtpunt (3800 m) op een glletsjer. 's Avonds kijken we de film "Caravan". Manang is een van de grotere plaatsen, er zijn veel winkels, guesthouses, er is internet en er zijn zelfs een paar filmhuizen. "Caravan" speelt zich af vlakbij deze regio. Het gaat
over een groep Tibetanen die met yaks met bepakking naar Tibet trekt om daar
zout te ruilen tegen andere goederen. Een mooie film en de omgeving komt bekend voor.

Dag 9: Manang (3570) - Khangsar (3760): 2 uur. Tot nu toe hebben JM en ik samen met E+T gereisd. Het is een leuk stel, ze werken allebei als art-director in Madrid. Als we bij een plaats aankomen begint E met het maken van een aqaurel en er komen vervolgens veel locals om hem heen staan
om te kijken. E maakt van alle mensen die hij tegenkomt een portret met een
verhaaltje als herinnering voor hemzelf. Dat is weer eens wat anders dan video en film. JM en ik gaan vandaag richting Tilicho Lake, dit is 1 van de hoogste meren op aarde (4910 m). De tocht lijkt E+T te zwaar, ze doen het liever rustig aan en we komen ze onderweg dan wel weer tegen.

JM en ik komen na 2 uur aan in Khangsar (3760). Aan het einde van de middag
doen we voor de acclimatisatie nog een wandeling naar een uitzichtspunt (4220). De eigenaresse van het guesthouse in Khangsar is erg vriendelijk, we krijgen een glas seabuckthorn-sap bij binnenkomst. Dit is een drankje gemaakt van bessen die hier in deze streek groeien, de enige manier om hier aan vitaminen hier te komen. We laten een groot deel van onze bagage in het
guesthouse achter en nemen alleen het hoognodige mee.

Dag 10: Khangsar (3760) - Tilicho Base Camp (4140): 6,5 uur. De wandeling vandaag is zwaar en houdt veel klimmen in. Er zijn 2 routes en we nemen de hoge variant wat inhoudt dat we tot zo'n 4660 moeten klimmen voordat we afdalen naar het base camp. Als we bij het base camp aankomen zien we dat
nepali bezig zijn met verbouwen. Het duurt even voordat er iemand naar ons toekomt. We hebben net een ongelofelijke zware tocht achter de rug en we krijgen hier een zeer onvriendelijke eigenaar uiteindelijk naar ons toe. Wij groeten hem, hij ons niet en hij weigert ons korting te geven omdat het
laagseizoen is, dit hebben we wel in de laatste 8 plaatsen gehad. Hij laat
ons de zwaar overprijsde slaapzaal zien, maar het is de enige mogelijkheid
om hier in de buurt te overnachten. Het volgende huis is zo'n 3 uur lopen
minimaal. We besluiten het te doen en als we wat te eten bestellen lijkt het
alsof we hem daar helemaal geen plezier mee doen. In het begin van de avond lopen JM en ik wat rond door de omgeving en we zien voor het eerst wilde yaks.

De rest volgt morgen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Stefan Ruben

Werk nu fulltime als fysiotherapeut in Amsterdam en spaar ondertussen door voor lange reis, nummer 3.

Actief sinds 30 Nov. -0001
Verslag gelezen: 300
Totaal aantal bezoekers 63162

Voorgaande reizen:

29 Januari 2005 - 16 December 2005

Mijn eerste reis

Landen bezocht: